Blog Ester: knalvaste paarden op de laatste dag van het jaar

Foto's met dank aan Ane van Rees

De laatste dagen van het jaar op stal zijn altijd bijzondere dagen. Er hangt een sfeer van gezelligheid en warmte. Die warmte wordt vaak letterlijk veroorzaakt door Hessel die regelmatig te vinden is bij de vuurton. Ook dit jaar kregen we weer veel bezoek. Zo bracht Maureen Cohen een prachtige kalender 2022 vol foto’s die ze gemaakt heeft van ons hengstveulen van afgelopen jaar Pelle NP fan de Hesterhoeve. Ook kwam Alice Booij, hoofdredacteur van de Phryso langs. Alice komt altijd 1 keer per jaar langs en dat is tussen kerst en oud en nieuw. ‘Hoi’, hoorde ik terwijl ik met de laatste stallen bezig was, daar ben ik al. Daar stond Alice, met onder de ene arm 3 KFPS mutsen en een KWF horse kalender en onder de ander een zak oliebollen! Hé hoi zei ik, kom gauw ik heb de koffie al klaar. Terwijl ik de koffie inschonk kwamen Hessel en Berber er ook bij. Het werd al gauw gezellig, en onder het genot van een oliebol, koffie en glühwein luisterden we onder meer naar de prachtige verhalen van Hessel over vroeger. Voordat we het wisten was de ochtend om. Alice moest er weer vandoor en wij hadden nog genoeg te doen want Hessel had de volgende dag een rouwrit…

Rouwrit op oudejaarsdag

‘Hiske en Wietse blijven vandaag maar binnen, dan kunnen we ze vandaag poetsen voor de rouwrit voor morgen’, zei Hessel. Dat is goed zei ik en samen met Berber begonnen we de paarden te poetsen. Wat bijzonder, een rouwrit op de laatste dag van het jaar. En dan ook nog een rit naar het crematorium. Meestal wordt de rouwkoets ingezet voor begrafenissen, maar tegenwoordig worden we ook vaak gevraagd voor dit soort ritten, wat alleen maar mooi is. Want al zeg ik het zelf, het is toch wel heel indrukwekkend om zo weggebracht te worden ‘Wie gaat er met je mee Hessel? ‘Janco gaat mee, hij is hier morgen op tijd.’ Janco is één van Hessels menvrienden en komt wekelijks samen met zijn vader Johan langs om te mennen. Ok dat is mooi. maar passen jullie wel op. Ik vind het maar wat op de laatste dag van het jaar met dat geknal. En dan ook nog een rit naar Hoogkerk (Groningen) waar normaal gesproken veel vuurwerk wordt afgestoken. Hessel keek mij lachend aan. ‘Mijn paarden zijn knal vast!!! Maak je geen zorgen Es het komt goed.’

Mee met de rit

De volgende dag schrok ik wakker van mijn telefoon. Na één keer had ik hem al in de hand. Het was Hessel. Mijn adem stokte in mijn keel. Als Hessel zo vroeg belt dan is er iets met de paarden. Hessel zei ik en vroeg direct: er is toch niks met de paarden? ‘Nee’, zei Hessel. ‘Dat niet maar ik heb wel een probleem. Janco belt net en die kan door omstandigheden op zijn bedrijf vandaag niet mee. Zou jij mee kunnen, niemand anders kan en jij weet hoe het moet met het laden van de kist in de rouwkoets.’ Opgelucht dat er niks met de paarden was zei ik ok. Direct belde ik Berber die al net zo schrok als ik. Kan jij de paarden en de stallen vandaag doen? Ik moet mee met de rouwrit. ‘Tuurlijk’, zei ze. Snel sprong ik onder de douche en stak mezelf in thermokleding met daarover de rouwkleding. Brood smeren daar had ik geen tijd meer voor dus griste ik nog een paar oliebollen mee van het aanrecht voor onderweg.

Urenlang harde regen

Berber had Hiske en Wietse al opgetuigd, zodat ze direct voor de rouwkoets konden. Terwijl Hessel al op de bok zat pakte ik nog snel mijn zwarte hoed en klom naast hem op de bok, daar gingen we. We waren nog maar net onderweg of het begon te regenen. Het zou toch droog blijven zei ik tegen Hessel. Gauw keek ik op buienrader. Oh nee, het gaat uren lang hard regenen met daarbij veel wind. Nou ja het komt wel goed, we waren dik aangekleed en met de prachtige verhalen van Hessel duurde het niet lang of we waren er al bijna. Maar hoe dichter we bij Hoogkerk kwamen, hoe harder de knallen. Gelukkig gaven de paarden er niet veel om. Eenmaal bij het huis van de overledene aangekomen opende ik de rouwkoets en hielp om de kist te laden. Ik hoorde steeds meer geknal, twee ervan leken wel bommen. Ik dacht bij mezelf hier moeten we niet te lang staan, ik sloot de wagen af en ging voor de paarden staan. Samen met de uitvaartbegeleidster liepen we door het drukke verkeer naar het crematorium. Alles ging goed, wat een waardig afscheid zo zei ik tegen Hessel terwijl ik weer op de bok klom. En nu op naar huis voordat het nog erger wordt met het vuurwerk.

Warme soep

De lichte regen was inmiddels veranderd in zware regenval en de wind was aangetrokken tot zeer hard. Ineengedoken zaten we samen op de bok, de gure wind sneed in ons gezicht. Wat een helse rit. De dreunen van het carbidschieten werden harder maar de paarden keken alleen even op en liepen dan braaf weer verder. Hé zei ik tegen Hessel daar heb je die man weer. In de verte zag ik een auto staan met daarin een man die foto’s maakte van ons. Ik had hem al een paar keer gezien. Toen we bijna thuis waren reden we hem voorbij. ‘Mag ik jullie mailadres’, zei hij. ‘Voor de foto’s.’ Nou wat leuk, rij maar achter ons aan we zijn bijna thuis dan krijgt u koffie. Berber stond ons al op te wachten zodat we de paarden snel uit konden spannen en verzorgen. Nu pas merk ik hoe koud ik ben geworden zei ik tegen Hessel. Aan zijn gezicht zag ik dat het bij hem niet veel anders was. Gelukkig had zijn vrouw Henny een pan heerlijke soep gemaakt. Nou dit hebben we maar weer mooi gedaan zei ik tegen Hessel! Het was een mooie, dankbare laatste dag van het jaar. ‘Es, die vergeten we nooit meer; zei Hessel tevreden met een rode kleur van de kou maar met een glimlach….

Vorig artikelDierenarts Gerrit Kampman: ‘Opfok soms vergeten groep’
Volgend artikelMarijke Akkerman: nieuwe ‘verbinder’ van het KFPS