
Een gezond veulen staat met stip bovenaan het wensenlijstje van elke fokker. Voor een groot deel hangt de komst van een gezond veulen af van het werk van Moeder Natuur maar een fokker kan ook veel doen om de merrie en veulen een goede start te geven. Dierenarts Iris van Gulik geeft in Phryso januari een aantal belangrijke tips voor fokkers.
Voeding
Om een fokmerrie vlot drachtig te krijgen, moet zij er op het moment van insemineren al zo optimaal mogelijk voorstaan. ‘Dat begint bij voeding,’ zegt dierenarts Iris van Gulik. Zij werkt al twaalf jaar als paardenarts en ziet bij paardeneigenaren nog veel onwetendheid als het gaat om voeding: ‘Ik zie in de praktijk veel fokmerries die alleen ruwvoer krijgen. Ruwvoer is natuurlijk prima maar uit voeranalyses blijkt eigenlijk altijd dat er niet genoeg vitaminen en mineralen in ruwvoer zitten. Een fokmerrie zou per dag minimaal twee kilo van een goede kwaliteit merriebrok gevoerd moeten krijgen om de tekorten aan te vullen. Dat is voor de meeste merries wat betreft energie veel te veel. Vooral Friese merries worden snel veel te dik. Ik adviseer dan altijd om een ‘balancer’ brok bij te voeren waar in honderd gram al alle vitaminen en mineralen zitten.’ Een optimaal rantsoen met voldoende vitaminen en mineralen bevordert de vruchtbaarheid van de merrie en verkleint bijvoorbeeld ook de kans dat een Friese merrie aan de nageboorte blijft staan. Ook de gezondheid van het veulen heeft er baat bij: het vermindert de kans op osteochondrose.
Wat is normaal?
De meeste fokkers vinden het, terecht, heel leuk en spannend dat er een veulentje geboren wordt. Van Gulik ziet nogal eens dat fokkers op het moment dat een merrie aan het bevallen is, voor veel onrust zorgen: ‘Lichten aan doen, vlak naast, of zelfs in, de stal gaan roepen en praten. Een merrie heeft rust nodig om te durven liggen zodat het veulen de laatste draai in het geboortekanaal kan maken.’ Van Gulik adviseert fokkers om zich te verdiepen in wat normaal is en afwijkend in het geboorteproces bij paarden: ‘Op tijd constateren dat de bevalling van een veulen niet volgens ‘het boekje’ gaat, en dan een dierenarts inschakelen, kan veel problemen voorkomen.’
Immuniteit via biest
‘Binnen drie uur moet het veulen staan, drinken en moet de nageboorte eraf zijn, dat is een vuistregel om aan te houden,’ aldus Van Gulik. Een fokmerrie met een goede conditie en weerstand zal een betere kwaliteit biest produceren als het veulen geboren is. In de biest zitten, naast voedingsstoffen, ook antistoffen tegen bacteriën in de omgeving. Een veulen wordt zonder afweer geboren en krijgt via de biest antistoffen tegen bacteriën binnen. De kwaliteit van de biest is doorslaggevend voor de opgebouwde immuniteit bij het veulen. Mocht het veulen niet voldoende antistoffen in het bloed hebben, dan kan dit door middel van een infuus met plasma worden aangevuld. ‘Een veulen met een matige afweer krijgt bijvoorbeeld veel sneller een longontsteking,’ zegt Van Gulik.
Naar buiten!
Wat Iris van Gulik betreft mogen merrie en veulen meteen de eerste dag naar buiten: ‘Beweging is goed voor de merrie omdat de baarmoeder dan samentrekt en eventueel vocht naar buiten komt. Dat voorkomt baarmoederontsteking’. Paarden zijn gemaakt om te bewegen en dat geldt helemaal voor veulens. Voor veulens is beweging voor de ontwikkeling van pezen en spieren essentieel, hiermee kun je de kans op oc en ocd beperken. Lees meer adviezen van Iris van Gulik in Phryso januari!
Verwacht je komend seizoen een veulen? Download hier de gratis checklist opgesteld door dierenarts Iris van Gulik om goed voorbereid te zijn!