‘Ik heb de mooiste van de mooiste paarden bekeken, waarvan je veel verwacht, maar die toch te weinig beweging konden laten zein en omgedraaid ook natuurlijk. Dus eenvoudige paarden die alles in huis bleken te hebben voor het werk onder het zadel of voor de wagen.’ Een citaat van Jelmer Chardon in een interview met het tijdschrift Mensport/Showpaard dat op zoek is naar het beste menpaard….
Tandje erbij in de show
‘Een Fries paard is een zeer veelzijdig inzetbaar paard, waarmee heel veel mensen makkelijk overweg kunnen en er dagelijks plezier aan beleven’, geeft Jelmer aan. ‘En dus zijn de Friese paarden heel geschikt voor mensen die willen mennen of tuigen. Hij beschrijft het karakter aan de hand van Eise 489 en Jurre 495 waarmee hij het afgelopen jaar de handen op elkaar kreeg. ‘Ze showen super, maar ik kon ze goed onder controle houden. Ze zijn gek op enthousiast publiek en genieten van alle aandacht. Dat is wel iets wat echt bij het Friese paard hoort, dat ze gemiddeld een makkelijk en gemoedelijk karakter hebben, maar op het moment dat ze zich moeten laten zien op een wedstrijd of tijdens een show een tandje erbij doen. Tel daarbij op de prachtige kleur en de uitstraling en je snapt waarom ik zo gek ben op dit veelzijdig inzetbaar paard.’
Chic hoofd met sprekend oog
‘Het mooiste paard is niet per definitie het allerbeste sportpaard, geeft Jelmer in het artikel aan. ‘Wat ik in ieder geval graag zie is een mooi hoofd, want dat is toch het eerste wat je ziet als je naar een paard op stand kijkt: zo’n chic hoofd met een sprekend oog erin. In de fokkerij let ik daar echt op en gebruik zelden een hengst met een grof hoofd.’
Front en lange en verticale hals
‘Ik zie ook graag veel front met een lange en verticale hals. Als die er van zich zichzelf al opstaat, hoef je die niet erop te rijden. Ik ben altijd op zoek naar een happy athlete, ook in de training, en een paard dat gebouwd is voor het werk wat van hem of haar wordt gevraagd, kan dat werk ook het makkelijkst en met plezier uitvoeren. Bij een horizontaal gebouwd paard moet je die hals er toch maar op zien te werken, dat kost iedere keer opnieuw tijd en energie.
De meeste Friezen hebben gelukkig van zichzelf een hele functionéel en mooie hals. Daarachter hoort een goed ontwikkelde schoft. Geen platte of ronde waarop niets past. In mijn optiek mag een Fries zeker niet te strak zijn in de rug, maar mag evenmin een lange rug hebben. Hij moet sterk gebouwd zijn en daar hoort meestal toch een kortere rug met goede verbindingen in de lendepartij bij. Op stand zie ik graag dat het achterbeen onder de massa staat. Dergelijke paarden kunnen van achteruit altijd beter naar voren doortreden.’
Beweging in balans
‘Een traag achterbeen zie ik liever niet, want dat ga je eigenlijk nooit echt snel krijgen. De beweging moet in balans zijn. Het beenwerk is de laatste jaren flink verbeterd en wij komen hier dan ook weinig paarden met een afwijkende stand of beweging tegen. De meeste Friezen hebben sterk beenwerk en daaronder goede hoeven: niet te klein of te breed en plat. De ideale stokmaat is voor mij 1.64, 1.65 en 1.66. Ik heb zeker geen hekel aan een kleine merrie met extra kwaliteiten, maar de handel is een deel van ons inkomen en deze vraagt nu eenmaal om grote paarden. Het nadeel van een hele grote is wel dat deze wat langer de tijd nodig heeft om sterk te worden. Groot zijn vraagt veel kracht.’
Sport in de bloedlijn
Vanzelfsprekend wordt Jelmer gevraagd naar zijn favoriet. ‘Zondermeer Eise 489. Onze Eise en Jurre hebben beide Maurits-bloed in hun aderen. Dar ben ik echt gek van, net zoals van het Jisse-bloed. Onze hengst Hielke is een zoon van Jurre uit een Jisse-moeder. Jisse-bloed geeft wel een iets temperamentvoller karakter dan dat je vindt bij de gemiddelde Fries. Als je op zoek gaat naar een Fries paard om mee te mennen of te rijden, adviseer ik je eens te kijken naar de verschillende bloedlijnen. Dan zul je zien dat er in de ene lijn veel meer sport voorkomt dan in de andere. Sportbloed moet!’
