In het Neogen-laboratorium in Schotland zijn inmiddels zo’n 2000 haarmonsters van Friese veulens en paarden via een snp-test onderzocht op afstamming en dragerschap. Nog eens 2000 monsters zitten in het proces. Het merendeel van de paspoorten is inmiddels uitgegeven, maar een aantal laat vanwege technische redenen wat langer op zich wachten, maar zijn binnenkort beschikbaar voor de eigenaren. Hierbij gaat het vooral om de onderzoeken waar afstammingsverificatie noodzakelijk is.
70k snp-test
Van alle dit jaar geboren veulens wordt hun afstamming gecontroleerd middels een door de EU voorgeschreven snp-test die in Schotland uitgevoerd wordt. De doorlooptijd van monster tot uitslag is als alles goed functioneert zo’n drie weken. In het kader van het onderzoek ‘Behoud van het Friese paard’ zal deze 70k snp-test ook dna-informatie gaan leveren en in een database opgeslagen worden om de genetische diversiteit binnen het Friese ras te onderzoeken. De haarmonsters van alle dit jaar geboren veulens worden in Schotland bij het laboratorium van Neogen onderzocht, waarna de informatie weer terugkomt bij het KFPS. Dat gaat in oktober gebeuren, wanneer de computerprogramma’s Oxer en Equis de info uitwisselen.
Team van 40 medewerkers
Bij Neogen zijn ze gespecialiseerd in dna-onderzoeken, zo zagen KFPS MT-leden Marijke Akkerman en Nynke Bakker die met een delegatie van het KWPN twee dagen in Schotland waren om met eigen ogen te zien hoe de monsters verwerkt worden. Daar wachtte hen een team van 40 medewerkers die gespecialiseerd zijn in de arbeidsintensieve en precieze dna-analyse. Naast de Friese paarden komen er ook monsters binnen van koeien, varkens en vissen en ook in de testen rondom voedselveiligheid is Neogen gespecialiseerd.
Controle na elke handeling
De zwarte haren van de Friese paarden vallen wel op in het laboratorium waar de medewerkers ook een presentatie kregen over de zwarte parels. ‘Dat geeft voor hen ook meer beleving bij wat ze doen’, aldus Nynke Bakker. ‘Het proces start met het aanprikken van de haarwortel waar het dna inzit. Dat is met de zwarte haren en witte haarwortels een makkelijke handeling.’ In het laboratorium werd zeer zorgvuldig gewerkt, zo viel Nynke op. ‘Bij elke handeling is er controle of het het juiste monster betreft.’ Automatisering zorgt ervoor dat de uitkomsten uiteindelijk in Equis terecht komen en er automatisch een mail naar de eigenaar gaat. ‘Daar komt geen handwerk meer aan te pas’, aldus Nynke Bakker die noemt dat bij een eventueel foute afstamming ook eenvoudiger gezocht kan worden naar de juiste afstamming. ‘Meestal betreft het een verwisseling van een hengst van hetzelfde station, met het programma kan dit getraceerd worden.’
Samen optrekken met KWPN
Naast de monsters van de KFPS-paarden gaan ook de haarmonsters van het KWPN naar Schotland. Bij het KWPN wordt al langer gebruik gemaakt van dna-testen, waarbij er jaarlijks zo’n 11.000 monsters worden onderzocht en de sporteigenschappen steeds meer meegenomen worden in de dna-bepaling. ‘Hoe meer data, hoe meer informatie en hoe betrouwbaarder, waarbij onze focus ligt op gezondheid’, onderstreept Nynke het belang van samenwerking. ‘De dna-analyse kan nog verder uitgebreid worden, waarbij veel meer merkers in kaart gebracht worden. Dit sequencing geeft bij koeien inzicht in 2 miljoen merkers. Dat is voor paarden nu nog te kostbaar, maar zal in de toekomst betaalbaarder worden.’
Sterker door samenwerking
De samenwerking met het KWPN en de keuze voor Schotland brengt voor beide stamboeken voordelen, ook op financieel gebied, stelt Nynke. ‘De laatste jaren is het contact tussen ons stamboek en het KWPN geïntensifieerd. Ook vanuit onder meer de Sectorraad Paarden wordt onderlinge samenwerking tussen stamboeken gestimuleerd, niet alleen omdat dit de stamboeken zelf voordeel brengt maar ook omdat we dan steviger staan richting bijvoorbeeld de overheid en het RVO. Door samen te werken kunnen we elkaar versterken en het Oracle Data warehouse geeft ons nieuwe mogelijkheden. We kunnen gezamenlijk dingen ontwikkelen die anders voor ons niet haalbaar of betaalbaar zouden zijn. Ook kunnen we van elkaar leren, onder meer op gebied van regelgeving. Hoewel we als stamboeken ieder ons eigen merk en doelgroep hebben, lopen we toch vaak tegen dezelfde dingen aan: zoals de vraag naar verdergaande automatisering en snellere uitgifte van paspoorten. Gezamenlijk heb je meer expertise en daadkracht.’