Onderzoek nakomelingen Boet 516 op cornage

Ties van Visser (Boet 516 x Alwin 469)

In 2020 is in gezamenlijkheid met de Ledenraad besloten om de nakomelingen van Boet 516 te gaan monitoren voor cornage. Het bestuur heeft vervolgens besloten om de nakomelingen van Boet 516 op éénjarige leeftijd te scopen en te vergelijken met een controlegroep. Mocht het zo zijn dat bij de nakomelingen van de hengst significant vaker cornage wordt geconstateerd dan gemiddeld, dan kan op deze wijze de foktechnische schade beperkt blijven.

Het onderzoek wordt begeleidt door prof. Sloet en statisticus Jan van den Broek. De beoordeling van de scopes is verricht door Prof. Sloet en drs. Boerma. Het onderzoek is uitgevoerd door Dierenkliniek Wolvega, drs. Marco de Bruijn.

Geen cornage geconstateerd

In het najaar van 2022 is gestart met het scopen van de controlegroep. De controlegroep bestaat uit 43 Friese nakomelingen, bij geen van de jaarlingen is cornage geconstateerd, dit betekent dat geen van de paarden is geclassificeerd in de klasse 4 niet acceptabel. In oktober 2022 zijn eigenaren van Boet 516 nakomelingen gevraagd om mee te werken aan het onderzoek. Na inventarisatie van de staladressen van de nakomelingen is een route samengesteld en heeft drs. Marco de Bruijn de scopes uitgevoerd. Ook uit deze uitslagen is geen cornage geconstateerd, geen paarden geclassificeerd in de klasse 4 niet acceptabel. De uitslag van de individuele Boet 516 nakomelingen is gecommuniceerd met de eigenaren.

Geen statistisch verantwoorde uitslag

De uitslagen van de controlegroep en de Boet 516 nakomelingen verschillen van klasse 1 in orde tot klasse 3 net acceptabel. Op dit moment kan er geen statistisch verantwoorde uitspraak worden gedaan over het meer of minder voorkomen van de verschillende klassen in de controlegroep of de Boet 516 nakomelingen. Uit het onderzoek blijkt dat in de controlegroep veel nakomelingen van een bepaalde hengst zitten waardoor er vertroebeling is ontstaan. In overleg met de statistisch onderzoeker van de Universiteit Utrecht wordt gekeken of er nog een extra controlegroep dient te worden opgestart.

Vervolg op driejarige leeftijd

Zodra er duidelijkheid is van de statisticus over het vervolg zal er mogelijk nog een extra onderzoek worden opgestart voor de controlegroep. Op 3-jarige leeftijd volgt een vervolg op de monitoring van de Boet 516 nakomelingen.

Ter informatie

Cornage wordt ingedeeld in 4 klassen:
1 in orde
2 acceptabel
3 net acceptabel
4 niet acceptabel

Erfelijkheid cornage

In de Phryso van maart 2020 is nader geïnformeerd over cornage, waaronder ook de genetische aspecten. Cornage kan ontstaat door verschillende externe factoren, zoals verkoudheid, droes, trauma aan de hals, tekort aan vitamine B1, etc. In de meeste gevallen, meer dan 90%, blijft de oorzaak echter onduidelijk. Hieruit moet niet de conclusie getrokken worden dat cornage voor 90% erfelijk is. Er is slechts beperkt onderzoek gedaan naar de erfelijkheid van cornage. Er is bijvoorbeeld gekeken of de (eventuele) verantwoordelijke genen gevonden kunnen worden. Het feit dat dit niet gelukt is, geeft aan dat de erfelijkheid van cornage waarschijnlijk complexer ligt dan bijvoorbeeld bij waterhoofd en dwerg. Niettemin mag uit het onderzoek afgeleid worden dat cornage wel degelijk een erfelijke component heeft. Dit is mede aanleiding voor de tekst in het rapport van Boet 516, dat fokkers rekening moeten houden met een verhoogde kans op cornage bij de nakomelingen.

Vorig artikelLocatiekeuring Stal Chardon: 14 Sterren, Marin (Omer 493) en Janna (Markus 491) met een eerste premie
Volgend artikelLivestream locatiekeuring Dekstation Gaasterland – zaterdag 17 juni